Oracle Salesforce claim ontvankelijk

Anders dan sommige kamerleden lijken te denken, is het niet makkelijk om met een claimstichting een procedure aanhangig te maken. Dat leert de procedure die door stichting The Privacy Collective (TPC) aanhangig is gemaakt tegen internationale datagraaiers Oracle en Salesforce. In eerste instantie verklaarde de rechtbank de stichting niet-ontvankelijk wegens gebrek aan representativiteit. In hoger beroep dacht het hof er anders over, lees het nieuwsbericht en de uitspraak.

Samenvatting
In de uitspraak wordt de gang van zaken als volgt samengevat:

Deze zaak heeft betrekking op persoonsgegevens van Nederlandse internetgebruikers. TPC heeft massaschadeclaims ingediend tegen Oracle en Salesforce wegens privacyschendingen die samenhangen met het plaatsen van cookies en het opbouwen en gebruiken van profielen van internetgebruikers voor onder meer gerichte reclame. Omdat de wet bijzondere eisen stelt aan stichtingen die dit soort vorderingen instellen moet eerst worden nagegaan of TPC wel aan die eisen voldoet. De rechtbank oordeelde van niet en heeft TPC daarom niet-ontvankelijk in haar vorderingen verklaard. Het hof komt tot een ander oordeel.

Hierna volgen enige elementen uit de uitspraak.

Governance
Over de governance en de rol van de financier overweegt het hof onder meer

4.9.1 Het hof stelt vast dat op dit moment een voltallig bestuur en een voltallige raad van toezicht in functie zijn, van wie de kundigheid en geschiktheid niet ter discussie staan of zijn gesteld. Dat volstaat, nu ook het hof op basis van de beschikbare informatie aan die kundigheid en geschiktheid niet twijfelt. Aan art. 3:305a lid 2 sub a en e BW is dan ook voldaan.

4.9.2 Oracle en Salesforce kan worden toegegeven dat de situatie die bestond toen beslist moest worden over het instellen van appel te denken geeft. Er was toen geen sprake van een voltallig bestuur en evenmin van een volledige Raad van Toezicht. Degene die toen optrad als bestuurder was echter, gelet op de statuten, wel bevoegd om die beslissing te nemen en de appeltermijn dreigde te verstrijken, zodat haast was geboden. De enkele omstandigheid dat hij was benoemd op voordracht van de financier is onvoldoende voor het oordeel dat de financier teveel invloed op het beleid had. Voorts is van belang dat het huidige bestuur het eenmaal ingestelde appel niet had hoeven vervolgen, maar dat wel heeft gedaan. Dat bestuur heeft die beslissing aldus achteraf in feite overgenomen en dat volstaat. Dat de bestuurders commerciële motieven hebben die via TPC gerealiseerd worden (art. 3:305a lid 3 sub a BW) is gesteld noch gebleken.

4.9.3 Het inschakelen van een procesfinancier is op zichzelf toegestaan en vaak noodzakelijk vanwege de kosten van een procedure als de onderhavige. Dat een aandeelhouder van de procesfinancier mogelijk ook aandelen in Oracle houdt is, gelet op de omstandigheid dat Oracle een beursgenoteerde onderneming is, op zichzelf onvoldoende om de betrokkenheid van de procesfinancier ontoelaatbaar te achten. Ook de richtlijn representatieve vorderingen (Richtlijn 2020/1828), die op 25 juni 2023 geïmplementeerd is in Nederland, acht een dergelijke omstandigheid niet problematisch.

4.9.4 In dit stadium van de procedure is voldoende aannemelijk dat de belangen van de procesfinancier en TPC geheel parallel lopen en is het overleggen van de financieringsovereenkomst niet nodig. Of dat in een later stadium anders wordt valt nu nog niet te overzien.

Representativiteit
Over de representativiteit werd onder meer overwogen:

4.21 Het hof stelt voorop dat de wet op dit punt geen getalsmatig criterium stelt. Uit de langdurige wetsgeschiedenis van de WAMCA blijkt dat van het noemen van een getal, absoluut of relatief, bewust is afgezien. Uit de omstandigheid dat niet alleen verenigingen, die vanzelfsprekend leden hebben, maar ook stichtingen die dat niet hebben als eiser kunnen optreden volgt dat de wetgever het kennelijk niet zonder meer noodzakelijk heeft geacht dat vastgesteld kan worden wie precies de achterban van de eiser vormt. Het is ook niet nodig dat aannemelijk wordt gemaakt dat de gehele (nader nauw te omschrijven) groep die gebaat kan zijn door deze actie van TPC deze actie thans wenst of steunt. Free riding is, zoals Oracle en Salesforce ook erkennen, toegestaan. Noodzakelijk, maar tevens voldoende is dat een achterban bestaat, dat wil zeggen dat een niet te verwaarlozen aantal personen behorende tot die (nauw te omschrijven) groep achter deze actie van TPC staat. Daarvoor is wel degelijk relevant dat maatschappelijke organisaties zoals de Consumentenbond en diverse stichtingen (bijvoorbeeld Stichting Privacy First, Internet Society Nederland, Datavakbond, Stichting Databescherming Nederland, Freedom Internet, stichting Massaschade en Consument) steun voor deze collectieve actie hebben uitgesproken. Daaruit blijkt immers dat de gebeurtenissen -wellicht na enige bewustwording – in de Nederlandse maatschappij en in het bijzonder door internetgebruikers in Nederland als problematisch worden ervaren en dat organisaties met een track record die TPC niet heeft onderschrijven dat (deze) actie ten behoeve van die internetgebruikers moet worden gevoerd. De likes geven daarnaast aan dat een weliswaar niet zeer groot, maar toch behoorlijk aantal natuurlijke personen instemmen met deze actie. Inmiddels is de inrichting van de website zodanig dat duidelijk is tegen wie deze actie zich richt en waarover deze gaat. Zelfs als de onderzoeken van [A] , waartegen Oracle en Salesforce bezwaren hebben geuit en waarop gelet op de processuele gang van zaken, de vraagstelling en de methodologie inderdaad wel wat valt af te dingen, buiten beschouwing worden gelaten is het vorenstaande voldoende.

Deelname
Over de mechanismes voor deelname en vertegenwoordiging zegt het hof:

4.22.1 TPC stelt dat de mechanismes voor deelname aan de besluitvorming waarop art. 3:305a lid 2 onder b BW ziet met name een rol spelen in een latere fase van het geding. Verder acht zij van belang dat zij beschikt over een internetpagina die steeds wordt bijgehouden, dat zij nieuwsbrieven verstuurt, dat zij AMA-sessies op reddit houdt en dat zij een publieksbijeenkomst heeft georganiseerd in december 2023. Zij wijst voorts erop dat zij inmiddels een klankbordgroep van circa 10 personen heeft ingesteld. Voor dit stadium van de procedure is dat volgens TPC voldoende; de eisen die de rechtbank stelt gaan in haar ogen verder dan de wet. Van TPC kan niet verwacht worden dat zij de leden van haar achterban registreert; dat is in strijd met haar principes en staat op gespannen voet met de wet.

4.22.2 Oracle en Salesforce hebben zich op het standpunt gesteld dat de wijze waarop TPC de inspraak van haar achterban heeft georganiseerd heeft nog steeds niet voldoet. Zij beschikt volgens Oracle en Salesforce niet over een behoorlijke mogelijkheid om haar achterban te raadplegen omdat zij niet weet wie daartoe behoort, nu zij vooral anonieme likes heeft ontvangen. Het kleine aantal e-mailadressen volstaat niet. Er is ook in de statuten geen raadplegingssysteem voorzien. De genomen maatregelen zijn te mager, aldus nog steeds Oracle en Salesforce.

4.22.3 Het hof acht de door TPC getroffen maatregelen voldoende, waarbij mede is gelet op hetgeen hiervoor onder 4.21 is overwogen. Een verplichting tot registratie, die sterke overeenkomst zou vertonen met een opt-in-systeem, gaat verder dan de wet vergt. Het is voldoende dat TPC haar achterban via de internetpagina, de nieuwsbrieven en de AMA-sessies op de hoogte houdt en via de klankbordgroep en de steunbetuigende organisaties voeling houdt met de achterban. Daarbij is van belang dat de organisaties in kwestie zelf ook een achterban hebben, die bijvoorbeeld bij de Consumentenbond uit een groot aantal eenvoudig te bereiken leden bestaat. In bekendmaking van de exclusieve belangenbehartiger, de nauw omschreven groep en de opt-out termijn is in het WAMCA-procesrecht voorzien, zodat de organisatie van TPC daarop niet ingericht behoeft te zijn.

Vervolg
Op 5 augustus a.s. vindt de zitting plaats ter voorbereiding van de inhoudelijke behandeling van de vorderingen van TPC.

Uiteraard sprong TPC een gat in de lucht, lees hun bericht.

Commentaren

Onder meer Christiaan Alberdingk Thijm, een van de advocaten in deze zaak, reageert op linkedin op de uitspraak. Ook zijn kantoorgenoot Frank Peters schreef er over. Er verschenen berichten bij onder meer Computable en security.nl.

Over Ellen Timmer

Weblog: https://ellentimmer.com/ ||| Microblog: https://mastodon.nl/@ellent ||| Motto: goede bedoelingen rechtvaardigen geen slechte regels
Dit bericht werd geplaatst in ICT, privacy, e-commerce, Procesrecht, rechtspraak en getagged met , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Plaats een reactie