Ondernemers die geen overheidstaken uitvoeren op grond van de antiwitwaswetgeving kunnen ook met crimineel geld te maken krijgen, zo wordt geïllustreerd door de zaak van een internationaal opererende parfumhandelaar, die deze maand bekend werd, zie het bericht van het OM.
Lees in de media onder meer de NOS, Twee ton boete voor parfumgroothandel die ‘ongemerkt’ 40 miljoen witwaste, Accountancy Vanmorgen, Amsterdamse groothandel in parfums waste 40 miljoen wit en het FD Hoe een parfumhandelaar onderdeel werd van een crimineel witwasnetwerk.
Het lastige voor ondernemers is dat vanuit hun kant het betalingsverkeer legitiem is: er wordt betaald voor daadwerkelijk gekochte producten. Problematisch is echter dat er vanuit andere landen betaald wordt dan waar de producten gekocht zijn en dat er nog andere signalen zijn.
Dit betekent dat ook nette ondernemers zich meer moeten gaan verdiepen in hun betalingsverkeer en bijvoorbeeld moeten nagaan of de betaling wordt verricht door een ander dan de wederpartij bij de transactie.
Aanvulling 30 juli 2024
Accountant.nl: Pheijffer: ‘Accountants moeten lessen trekken uit casus Prestige Perfumes’. Pheiffer vindt in het FD (betaalmuur) dat niet alleen een bedrijf moet controleren of betalingen voor producten wel van de klant komen (wat bij de parfumhandelaar is mis gegaan), maar dat de accountant diezelfde controle moet uitvoeren. Hij wordt geciteerd met:
Maar duidelijk is volgens hem wel dat de accountant “heeft gefaald”. Dat de parfumgroothandel betalingen voor leveringen kreeg door bedrijven die geen band hadden met parfum of met afnemende klanten, had ook de accountant moeten zien.
Pheiffer blijkt ook een typologieën-gelovige want volgens hem zouden de transacties aan witwastypologieën voldoen. Tip voor hem: leg accountants in gewoon Nederlands uit hoe het functioneert (bijvoorbeeld: er wordt betaald door een ander dan de klant), in plaats van met antiwitwasgeheimtaal te smijten.


Aangevuld met het bericht op accountant.nl over het standpunt van Pheiffer.