Op 22 januari jl. spraken leden van de Tweede Kamer [1] met de auteurs van een artikel over ‘fantoominvesteringen’. Jannick Damgaard, Thomas Elkjaer en Niels Johannesen schreven The Rise of Phantom Investments, een artikel dat als pdf bij de IMF te vinden is. Dit soort berichten roepen bij mij altijd de vraag op of niet iedere investering een fantoominvestering is. Volgens een brief van de staatssecretaris van Financiën [2] is dat niet het geval.
Als ik lees over effectenbeurzen, het handelen in opties en het handelen in schulden door financiële instellingen, vraag ik me regelmatig af of dit niet ook fantomen zijn. Het ‘Phantom Investments‘ artikel staat op de site van de IMF, daar zouden heel slimme mensen moeten werken, dus dan zou het een verstandig artikel moeten zijn.
Ik neem aan dat deze fantoominvesteringen al zijn geadresseerd in Europese en Nederlandse belastingontwijkingsregelgeving, zoals DAC6, de Europese richtlijn op grond waarvan belastingadviseurs en ‘hulpintermediairs’ belastingstructuren moeten melden; de eerder genoemde brief [2] rept daar ook over. Gouden tijden breken aan voor belastingadviseurs, want hulpintermediairs willen natuurlijk een fiscale opinie bij iedere overeenkomst van geldlening die zij tegenkomen.
Noten
[1] Technische briefing op 22 januari jl., 14:30-15:30 uur, voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën, openbare toelichting op het artikel door Jannick Damgaard, Thomas Elkjaer en Niels Johannesen in het septembernummer van Finance & Development.
[2] De staatssecretaris van Financiën heeft op 18 oktober 2019 een reactie (pdf) geschreven.